Klas 2 module Content Uitklappen | Inklappen Hoofdstukken Status 1 Bijvoeglijk naamwoord De vorm van het bijvoeglijk naamwoord De plaats van het bijvoeglijk naamwoord 2 Delend lidwoord Uitzonderingen 3 Onregelmatige werkwoorden venir (komen) Werkwoorden op -re prendre (nemen) pouvoir (kunnen) faire (doen, maken) 4 Ontkenning 5 passé composé met avoir passé composé met avoir 6 passé composé met être passé composé met être 7 persoonlijk voornaamwoord met nadruk 8 Vergelijkingen Vergelijkingen m.b.v. een bijvoeglijk naamwoord 9 Voorzetsels bij landen en steden Voorzetsels bij landen en steden